Monchoutaart: heerlijk! Helemaal als je hem zelf maakt !
Wat heb je nodig
- 140 gram bastognekoekjes
- 140 gram digestivekoekjes
- ongeveer 680 gram kersen of aarbeienvulling van bv Hak
- 125 gram roomboter
- 500 ml slagroom
- 200 gram witte basterdsuiker
- 400 gram monchou
- 3 blaadjes gelatine
- 50 ml melk
De bodem is gemaakt van de helft bastognekoekjes en de helft digestivekoekjes. De roomlaag is mooi hoog en stevig en de kersen komen uit een pot. Je zou ook vlaaivulling kunnen gebruiken (de kersen of aardbeienvulling van Hak bv). Vanaf nu ga ik monchoutaart altijd op deze manier maken: zo hoort ie te zijn.
Bereiding:
Vet een springvorm in met een diameter van 26cm (24cm kan ook, maar dan wordt de bodem wat dikker). Bekleed de bodem met bakpapier. Verkruimel de koekjes en biscuit met de deegroller of in de keukenmachine tot fijn kruim. Smelt de boter en voeg de koekkruimels daar aan toe. Verdeel de koekkruimels over de bodem van de springvorm, druk het aan met je vingers en laat het opstijven in de koelkast.
Week de blaadjes gelatine in koud water. Klop de slagroom goed stijf. Klop de monchou met de suiker luchtig. Verwarm de melk, knijp de gelatine uit en los dit op in de warme melk (van het vuur af). Laat het iets afkoelen. Vermeng dit mengsel met de monchou, spatel daarna de slagroom erdoor. Verdeel dit mengsel over de koekjesbodem. Laat de taart een paar uren (liefst een nacht) opstijven in de koelkast.
Verdeel de topping over de taart en zet de taart nog even in de koelkast.
Daarna smullen maar !